De schrijver, geboren in 1947 in Den Haag, groeide op in een tijd dat homoseksualiteit in Nederland nog een taboe was. Al op de middelbare school merkte hij soms gevoelens voor andere jongens op. Hij studeerde scheikunde aan de Universiteit Utrecht. Vervolgens komt hij in het bedrijf van zijn vader werken en bouwt dat verder op. Ook hij trouwt met een aardige vrouw en krijgt 2 zonen (en inmiddels vijf kleinzonen). Als homoseksualiteit in Nederland deze eeuw geaccepteerd wordt, de zonen een eigen gezin hebben gesticht en het bedrijf aan hen is overgedragen, krijgen de gevoelens voor mannen de overhand en komt hij uit de kast. Maar dan is hij al ruim 65 jaar oud. Hij gaat vrijwilligerswerk doen en ontmoet in India een man waarmee direct een klik is. Hier ziet hij hetzelfde beeld als vijftig jaar eerder in Nederland. Nu woont hij zoveel mogelijk samen met hem, daarna in India, daarna in Nederland. Omdat de Indiase minnaar in India wil blijven wonen en de auteur als Nederlander niet naar India kan emigreren, hiphoppen ze tussen beide landen. In India vooral nog in hotels, in Nederland in een appartement.